Fragewörter

Es ist gut zu wissen, wie man auf Niederländisch Fragen stellt und vor allem, welche Wörter man dafür verwendet. Die folgenden Fragewörter im Niederländischen müssen auswendig gelernt werden:

wie = hoe
welche = welk/e
wie viel/viele = hoeveel
welche Art von = wat voor
wo = waar
wer = wie
woher = waar ... vandaan
wann = wanneer
was = wat
warum = waarom

Anmerkungen:
1. Das Wort welk steht für Het-Wörter; welke steht für De-Wörter und alle Substantive im Plural.
2. Beachten Sie die Aussprache von hoe, die mit dem englischen Wort who verwechselt werden kann. Denken Sie daran, wie = wer, und hoe = wie!
3. Auf Hoeveel kann ein Substantiv im Singular oder Plural folgen, z. B.: Hoeveel koffie? / Hoeveel kamers?
4. Das Wort wanneer steht für 'wenn', aber nicht, wenn wir über die Uhrzeit sprechen. In diesem Fall fragen wir:
What time? = Hoe laat?

Hoe heet jij?
Welke tas is van leer?
Hoeveel euro kosten deze schoenen?
Wat voor rol speel jij in het toneelstuk?
Waar ben jij geboren?
Wie kan me helpen met tillen?
Waar komt deze kaas vandaan?
Wanneer begint de voetbalwedstrijd?
Wat is je lievelingskleur?
Waarom ben je vandaag gekomen?


1. het huis > Welk huis is van jou?
de kapper > Naar welke kapper ga jij?
de boeken > Welke boeken vind jij leuk?


4. Wanneer is valentijnsdag?
Hoe laat is het?
Hoe laat begint jouw feestje?


3. Hoeveel meter is die jurk?
Hoeveel badjassen heb jij?

Fragewörter

______ soort huis vind jij
mooi?

______ ben jij hier terecht
gekomen?

Papa, ______ zijn mijn
sportkleren? In de wasmachine?

______ zie ik jou weer,
liefste?

______ heb je dit boek
gelezen?

______ merk auto´s vind jij
beter?

______ suiker voeg ik toe
aan deze cakemix?

______ vind jij van mijn
ouders?

Naar ______ hondenshow ga
jij elk jaar?

Weet iemand ______ de entree
naar de sauna is?

Mijn vriendje kan je vertellen
______ we verkering kregen.

Maar weet je ______ kleuren
ik moet mengen?

______ appels heb je aan
mijn zus gegeven?

______ vragen krijg je op
het examen Wiskunde?

______ is het? Al bijna
twaalf uur?

Marjanne weet ______ het
Rijksmuseum is in Amsterdam.

Wat voor soort huis vind jij
mooi?

Hoe ben jij hier terecht
gekomen?

Papa, waar zijn mijn
sportkleren? In de wasmachine?

Wanneer zie ik jou weer,
liefste?

Waarom heb je dit boek
gelezen?

Welk merk auto´s vind jij
beter?

Hoeveel suiker voeg ik toe
aan deze cakemix?

Wat vind jij van mijn
ouders?

Naar welke hondenshow ga
jij elk jaar?

Weet iemand hoeveel de entree
naar de sauna is?

Mijn vriendje kan je vertellen
wanneer we verkering kregen.

Maar weet je welke kleuren
ik moet mengen?

Hoeveel appels heb je aan
mijn zus gegeven?

Wat voor vragen krijg je op
het examen Wiskunde?

Hoe laat is het? Al bijna
twaalf uur?

Marjanne weet waar het
Rijksmuseum is in Amsterdam.

Fragewörter

Adverbien

Download for Free
Integrity

We believe that honesty and integrity are rewarded over the long run.

Passion

Our collaborators and we have a great passion for what we do.

Customer Focus

The customer is at the center of all we do.

Start learning now.

Together with LENGO you can master any language. Get our app now and get started right away.

Lose yourself in numerous categories.

Download
Lengo packs
Lengo languages

Become a creator.

We offer various ways you can become a part of LENGO. Find out how you can collaborate with us to improve how people learn languages around the world.

Learn More